Skip to main content

In het jonge leven van je hond is het heel belangrijk om hem te laten wennen aan nieuwe dingen. Overal kun je checklists vinden voor socialisatie, boeken en artikelen. Maar je kunt je afvragen: werkt het voor elke hond hetzelfde? Kan elke hond precies dezelfde lijst afwerken en dan komt alles goed? Mijn antwoord is ‘Nee!’.

Hoe dan wel?

In eerdere theorie heb ik gesproken over de ‘kalmerende signalen’. De signalen die de hond actief inzet als communicatie naar zijn omgeving. Zo probeert hij de onbalans die hij ervaart weer terug te brengen naar balans.

Een pup móet nieuwsgierig zijn om zich te kunnen ontwikkelen. Daarom lijkt het soms ook alsof pups alles aankunnen, want ze zijn bijna altijd te activeren en lijken altijd blij. Dit is meteen de valkuil, want wanneer hij kalmerende signalen inzet, worden die vaak gemist en schiet hij snel door naar stress. Vervolgens gaat de pup 9 van de 10 keer druk spelen, rennen, gek doen. Sommige mensen noemen het vrolijk of blij, ik noem het hyper. Hiermee wil ik niet zeggen dat je pup niet blij en vrolijk mag zijn, maar we vergissen ons nogal eens.

Blijf dus juist bij het introduceren van nieuwe situaties zéér goed letten op de kalmerende signalen die je pup laat zien. Zie je kalmerende signalen opbouwen, dan neem je afstand. De volgende stap, druk gedrag, hyperheid, maar ook angstig gedrag zijn een duidelijk signaal dat het teveel aan het worden is of al teveel is. Dit zijn signalen dat het stressniveau van je hond aan het stijgen is. Let wel: herstelt je hond heel snel van zijn overdreven blijheid, angst of gek doen? Dan kan je met wat meer afstand wellicht nog heel even doorgaan met de nieuwe situatie te observeren en ontdekken. Moet je een paar keer (maximaal 2 tot 3!) meer afstand nemen, dan is het duidelijk dat het te veel wordt en dan ga je (rechtstreeks!) naar huis. Op deze dag ga je verder niks meer doen wat je pup maar enigszins spannend vindt.

Optillen en op schoot

Het is geen enkel probleem om je hond op te tillen als het spannend is. Sterker nog, vanaf je arm of schoot vinden sommige honden het veel veiliger om een nieuwe situatie te onderzoeken. Let nog steeds wel goed op de afstand. Het is niet zo dat je je pup dan maar heel dichtbij kan brengen (hij kan immers niet kiezen als hij op de arm is).
Bijvoorbeeld een bankje in een rustig park met je pup op schoot is een prima manier van ontdekken. Of op schoot in de auto met het raampje open 5 minuten parkerende auto’s observeren.
Vanuit basisveiligheid de wereld ontdekken!

Socialisatielijstjes

Ook is het een misverstand dat je álle items van de lijst moet hebben afgewerkt. Ik werk liever met categorieën, zoals motorvoertuigen, plekken met meer mensen, zorg (dierenarts, trimsalon, pension), etc. En je bouwt op in heftigheid. Begin niet met een crossmotor die langsraast, begin met een kleine benzineauto (bijvoorbeeld).
Wanneer je achteraf woont, in een dorp of misschien zelfs in de natuur, is het een valkuil dat je je pup niet laat wennen aan meer stadse geluiden en omgevingen. Je hond wordt hopelijk heel oud, en je weet nooit hoe je situatie gaat veranderen. Bovendien maakt het hem weerbaarder voor veranderingen.

Hoeveel nieuwe situaties kun je nou ontdekken in 1 week?

Nou, dat ligt dus aan je hond en zijn signalen! Maar reken op zo’n 2 tot 3 per week rond deze leeftijd (4 maanden). De cursus en een eventueel dierenartsbezoek vallen hier ook onder!!

In de theorie over stressopbouw hebben jullie kunnen zien hoeveel tijd er nodig is om stress weer af te breken (minimaal een paar dagen), en die tijd heeft je pup dus ook echt nodig. Wat zijn nieuwe situaties? Enkele voorbeelden:

  • Een nieuwe hond ontmoeten en eventueel even spelen
  • Mee naar de dierenarts om te wennen
  • Puppytrimbeurt om te wennen in de trimsalon (kijk op mijn andere site Dog Centered Grooming voor tips!)
  • Een marktplein bezoeken de dag ná de markt!
  • Een spoorlijn in de verte met langskomende trein vanaf een rustige plek
  • (Bij) nieuwe mensen op bezoek, wellicht zelfs met (rustige) kinderen
  • Op een nieuwe plek kort wandelen of liever nog alleen even op 1 plek de boel verkennen (10 minuutjes)
  • Een stilstaande motorfiets onderzoeken, trekker of andere apart voertuig
  • Een (bijna) lege winkel
  • Op een terras zitten
  • Een motorfiets die al dan niet gepland langskomt (voor het eerst)
  • Maar ook alles wat ongepland gebeurt en nieuw is voor je hond!

Denk dus vanuit het oogpunt van je pup. Niet of het op je lijstje voorkomt, maar of het voor je pup nieuw is en welke signalen je pup geeft in een situatie. En afhankelijk van je woonsituatie zijn sommige dingen al heel normaal, en andere absoluut niet.
Blijft hij heel relaxed onder een nieuwe situatie, dan kun je er vanuit gaan dat de spanning erdoor niet of nauwelijks opgelopen is. Super! Je kan dan kleine stappen vooruit zetten met bijvoorbeeld een extra nieuw ding. Let op dat een pup zich ook kan afsluiten uit spanning!
Hou alles kort! 5 minuten een positieve ervaring en weggaan als alles nog leuk en rustig is, is heel veel beter dan 15 minuten en eindigen met een overprikkelde of angstige hond.

In de overige tijd van de week doe je dus steeds bekende dingen, zoals ongeveer dezelfde route lopen als je buiten wandelt, simpele snuffelspelletjes, eventueel wat coördinatie en balans (hier besteden we in de les aandacht aan), veel slapen, rusten en kauwen. De laatste drie dingen zijn echt nodig om de indrukken van die nieuwe situaties te verwerken!

Belangrijk! Zit je hond in een angstfase?

Reageert je pup ineens op alles met angst en/of terughoudendheid? Dan kan het zijn dat je hond in een angstfase zit. Eerder dacht men dat die op precieze tijdstippen in het leven van een pup en jonge hond voorkwamen, maar ook dat is achterhaald: de manier om het te weten is observeren. Vuistregel is dat een angstfase enige dagen tot een week duurt. In deze periode gaan we NIKS nieuws doen met de hond. Verplaats die inentingsafspraak met de dierenarts, ga niet naar nieuwe plekken en zorg ervoor dat ontmoetingen met andere mensen en dieren alléén met bekenden is. Hou je pup ook aan de lijn in deze periode. Dit is voor de veiligheid, maar ook om hem via de lijn te kunnen steunen bij angst. Heeft je hond een slechte ervaring in zo’n fase, dan kán dat veel impact hebben voor de rest van zijn ontwikkeling.
Laat hij grotere angst zien? Ga dan meteen met hem naar huis en dwing hem NOOIT in de situatie te blijven (let hierbij op je lijnvoering!).

Conclusie:

Alles staat of valt met het herkennen van de signalen van je hond. Hoe meer je daarnaar ‘luistert’, hoe meer hij zich gesteund voelt, en hoe meer hij ze zal inzetten in de toekomst. Dit geeft jou weer de kans om steeds op tijd zijn signalen te herkennen en actie te ondernemen. Door de signalen serieus te nemen, voorkom je dat je hond moet ‘schreeuwen’ om hulp (hyper, blaffen, piepen, druk doen, bijten). En vooral ook dat dat gedrag een gewoonte wordt!

Je hond zal zich gehoord voelen, je band wordt sterker want hij weet dat je hem begrijpt. Je ‘praat’ samen, je ‘overlegt’ bij wijze van spreken over hoe hij zich voelt. Honden vinden dit enorm fijn, we noemen dat vaak heel simpel ‘samenwerking’.
Ik denk dat het door het zien van de communicatie nog wat dieper gaat dan alleen samenwerking, en dat is alleen maar prachtig om mee te mogen maken!